dinsdag 12 augustus 2008

Toscaanse trots

Ik heb de afgelopen dagen in Florence gezeten, een prachtige stad, waar alles de Toscaanse sfeer uitstraalt. In een gallerij bij het belangrijkste museum van de stad staan de standbeelden van alle Toscaanse helden naast elkaar: Michelangelo, Leonardo Da Vinci, Dante, Petrarca, Macchiavelli, Guiccardini, Vespucci, de Renaissance is hier zo ongeveer uitgevonden. Zo ongeveer de enige Reniassanceheld die niet in Toscane is geboren is de schilder Raphael. Van de 14e tot de 16e eeuw was Florence een wereldstad, ze leverden de beste goederen ter wereld en bankiers als de Medici's financieerden pauzen en koningen over heel Europa.
Florence was altijd al een kleine stad, niet eens strategisch gelegen en zeker geen natuurlijk handelscentrum. Florence groeide echter gemakkelijk uit tot het culturele centrum van de wereld: wie het in Flornece maakte, kon het overal maken. En dat hangt volgens mij deels samen met de Republikeinse sfeer die er heerste. De Florentijnen waren zich bewust van hun geringe omvang, maar het was alsof de normale regels niet op hen van toepassing waren. Zij zagen de rest van de wereld zwelgen in oude stijlen en kortzichtigheid, zij haalden een gevoel van waardigheid dat zij in staat waren boven deze beperkingen uit te stijgen. Zij waren de David die elke Goliath kon uitdagen. Het was eerzaam om Florentijn te zijn. Je gaat haast denken dat de Florentijnen de Renaissance hebben uitgevonden om zich boven de rest van Europa verheven te voelen.

Geen opmerkingen: