zaterdag 29 maart 2008

De watervallen van Iguazú

In het meest noordoostelijke puntje van Argentinië, bij de grens met Paraguay en Brazilië, liggen de watervallen van Iguazú. Om er te komen neem je de bus uit Buenos Aires, die doet er zo´n 19 uur over. De bussen zijn in Argentinië inderdaad best aardig. Er is tv, je kunt je leuning helemaal achterover laten hangen, er wordt voor ontbijt- en avondeten gezorgd. Ik zat in het ritme van Buenos Aires, dus ging ik pas rond half 2 slapen. Helaas werd ik bij de eerste tekenen van licht al wakker. Dit patroon herhaalde zich min of meer de dagen erna, dus ik was eigenlijk constant doodop. Op warme dagen zoals vandaag is dat extra moeilijk. Gelukkig heb ik zo een bus naar Tucumán (zo´n 22 uur) en daarin ga ik maar zeer vroeg slapen.
In Puerto Iguazú rond het middaguur aankomen is niet heel praktisch. Je kunt dan eigenlijk voor de rest van de dag niks doen, aangezien je een hele dag voor de watervallen nodig hebt. Ik ben daarom uiteindelijk pilsjes gaan drinken met wat Engelse toeristen. Gelukkig ben ik nog net op tijd afgehaakt om niet helemaal dood de volgende dag te verschijnen.
Gisteren ben ik dus naar de Argentijnse kant van de watervallen gegaan. Het was een koele dag, maar helaas regende het ook vooral in de eerste uren dat ik in het park was. Nadat ik vele paden had afgelegd, ben ik op een bootritje gegaan dat je recht in de watervallen neemt. Nodeloos om te zeggen dat je daar doorweekt van wordt. Voor mijn gevoel had ik bijna alle paden gehad. Maar het laatste pad bracht mij naar de duivelskloof en dat is eigenlijk waar het allemaal om draait. Al die andere watervalletjes zijn maar een stelletje mietjes in vergelijking bij deze grote waterval. Met enorm geweld komen enorme massa´s water naar beneden. Het water stuift zo hoog op dat je vanaf de bovenkant slechts enkele tientallen meters de kloof in kunt kijken (de kloof is 72 meter diep, ter vergelijking: Niagara is slechts 42 meter diep). Voorbij dat punt is er enkel een waas van waterdruppels die door het contact met het water terugstuiteren naar boven. (Dat is waarschijnlijk iets van 0,00001 % of zo, maar bij zulke enorme hoeveelheden, ontneemt zelfs 0,00001 % van het totaal je het zicht.) Het is een onwerkelijk gevoel om daar bovenaan de watervallen te staan.
´s Avonds ben ik met dezelfde Engelsen wezen eten, heb nog een filmpje in het hostel gepakt en ben toen gaan slapen, zodat ik fit voor de volgende dag zou zijn. Het uitzicht van de Braziliaanse kant is heel goed, beter dan van de Argentijnse kant, maar helaas ben je er na twee uurtjes echt wel klaar(terwijl je voor het hele Argentijnse programma toch de hele dag nodig had.)
Als toerist loop je op netjes uitgebaande paadjes, maar je moet je eigenlijk voorstellen wat voor indruk de watervallen op de lokale Indianen of de ontdekkingsreizigers moeten hebben gehad, die in hun toch door het oerwoud gelokt werden door het gebulder van het water, eerst wat kleine watervalletjes zagen en dan plotseling het moment hadden dat ze het geheel konden overzien. Hun wereld moet plotsklaps veranderd zijn.
Vannacht reis ik dus door richting het Andesgebergte. Ik hoor goede verhalen van andere reizigers, dus ik ben benieuwd.

woensdag 26 maart 2008

De afgelopen dagen heb ik nog steeds in Buenos Aires vertoefd. Vanavond 19u00 lokale tijd pak ik de bus richting Iguazú (busreis van zo´n 20 uur, maar het busnetwerk schijnt uitstekend te zijn). Buenos Aires was de afgelopen dagen weer ontzettend tof. Ik heb nu bijna alles gezien.
Op zonda ging ik naar de wedstrijd Boca Juniors - Colón. De uitslag 2-1 (in het voordeel van Boca) was een aardige weerspiegeling van de krachtsverhoudingen, al was er weinig spanning in de wedstrijd. Boca kwam redelijk snel op 2-0 en pas in de blessuretijd werd het 2-1. Vooral opmerkelijk was hoe de Boca hardcore met hun trommels en zang met gemak 90 minuten wisten te vullen zonder (voor zover we konden beoordelen) in herhaling te vallen. En de andere fans zijn ook knettergek: er staan hoge hekken met prikkeldraad voor de staanplekken, maar de jonge fans klimmen daar met gemak overheen om wat spandoeken op te hangen, op wonderbaarlijke wijze zonder zich te verwonden. (Mensen die mij een beetje kennen weten dat ik ook tot dat soort capriolen in staat zou zijn, maar deze jongens doen het routinematig en gaan daarin wel heel ver.)
´s Avonds hebben we (Jorrit, de Albertiaan uit Amsterdam, en Stefan uit Rotterdam) wat geborreld en gegeten in Palermo Viejo, het hippere gedeelte van de stad, wat in uitstraling en sfeer in niets onderdoet aan de Nederlandse varianten. Zo kon zelfs grote brokken vlees eten (traditioneel Argentijns voedsel) chic worden.
Maandagmiddag ben ik eerst met Jorrit naar El Caminito in La Boca geweest. Deze toeristische straat in het meest gevaarlijke gedeelte van Buenos Aires had een zeer aparte architectuur. De golfplaten worden met vrolijke effen kleuren beschilderd (zie ook de foto´s). De buslijn terug ging toevallig langs de sloppenwijk en dat was eigenlijk indrukwekkender dan het Disneylandachtige El Caminito. Er is best veel armoede hier, veel zwervers en cartoñeros (die het vuilnis doorzoeken op zoek naar waardevols) op straat. Maar wat me vooral opvalt aan die armoede is dat ze hun ellende totaal niet opdringen aan andere mensen. Bedelaars spreken mensen niet aan, maar staan daar alleen met een bordje of geven een kaartje aan iedereen in de metro. Zwervers zie je overal ´s avonds in halve portieken liggen, maar ze spreken je zelden aan.
De rest van de maandagmiddag heb ik wat rustig gelopen en gezeten in Puerto Madero, een soort semi-haven aan de zee. Buenos Aires ligt aan de zee, maar de kleur van het zeewater is hier grijs, dus in de praktijk vergeten de meeste locals liever dat er zee is.
Op de terugweg van Puerto Madero kwam ik in een enorme manifestatie terecht ter herdenking van de 32-ste verjaardag van de staatsgreep. Officieel was het ter verdediging van de rechten van de mens, maar het publiek bestond volgens mij volledig uit communisten en gelieerde organisaties. Overal waren mensen Internale Socialisten-achtige krantjes aan het verkopen, communisme is hier nog steeds een groot ding. Als je niet beter zou weten, zou je denken dat er echt wat aan de hand is, dat er een soort revolutie aanstaande was. Maar deze enorme manifestatie was gewoon bussiness as usual. Een local vertelde mij dat omdat het met Pasen viel er minder mensen waren dan normaal gesproken. Ik vond dat moeilijk om voor te stellen. De speeches op het Plaza de Mayo bestonden trouwens volledig uit aforismes. In één zin werd geschreeuwd waar ze voor of tegen waren (tegen Uribe, Bush, staatsterrorisme, voor allerlei publieke voorzieningen). Zie ook de foto´s.
Maandagavond ben ik uiteindelijk gaan eten met Brian, een New Yorkse stock investor, die wat tijd vrij genomen heeft om de wereld rond te reizen. (Hij gaat me nog mailen wat de hippe goedkope plekken in New York zijn, die je niet in gidsen vindt.) Weer Argentijns voedsel. Terug in het hostel ben ik nog met Jorrit en Stefan de stad ingegaan. Er was weinig open, maar toch zijn we toch iets langer gebleven dan goed voor me was.
Dinsdag was ik derhalve heel brak en heb ik de hele dag besteed aan wat praktische dingen: bus reserveren, zonnebrandolie ed. ´s Avonds heb ik nog gegeten in een Baskisch restaurant met een extreem goede service. De kruidenboter was de beste die ik ooit geproefd heb en ook de rest van het eten was fantastisch goed.
Vandaag ga ik nog wat kleine dingetjes bekijken, voordat mijn lange busreis gaat beginnen.

Ciao en veel plezier in Nederland, toch eigenlijk wel een heel leuk land, hoor.

zondag 23 maart 2008

Buenos Aires Querido

Zo, ik ben dus in Buenos Aires. De afgelopen twee dagen heb ik al heel veel van de stad leren kennen en ook vooral veel van mensen en de sfeer in het hostel (waar je eigenlijk Engels praat, tot mijn schaamte moet ik bekennen dat ik de afgelopen dagen vaker Nederlands dan Spaans heb gepraat). De sfeer is hier wel prima en het was ook wel fijn om een beetje mensen te ontmoeten die in een vergelijkbare situatie zitten, maar waarschijnlijk ben ik na een paar dagen weer rijp om volledig het land in te trekken en semi-locals te ontmoeten.
Buenos Aires is een wat vreemde stad. Tot de jaren 50 was het behoorlijk welvarend en sindsdien is de stad (en het land) in voortdurend economisch verval. In Buenos Aires zie je daarom heel veel gebouwen en kunst die passen in het einde van de negentiende eeuw, maar vooral veel van de eerste helft van de twintigste eeuw. Laat ik nou heel veel van dat soort architectuur en kunst houden. Het is Parijs zoals het eigenlijk bedoeld was. Overigens moet je niet te verbaasd opkijken als naast zo´n mooi gebouw plotseling een foeilelijk iets is opgedoken. Van stadsplanning hebben ze hier nog niet zo heel veel gehoord.
De belangrijkste industrie is hier de landbouw en dan vooral de vleesindustrie. Argentijnse biefstuk is legendarisch en hoort mals (rood) geconsumeerd te worden met natuurlijk Argentijnse rode wijn. Het eten is hier in de regel goed en heel erg goedkoop (afgezien van de hapjes die ik vrijdag in de kroeg had ter vervanging van mijn avondeten). Het chice Italiaanse restaurant waar ik misschien wel het beste Italiaanse eten wat ik ooit gehad heb voorgeschoteld kreeg, rekende voor mijn lunch (die gerust voor maaltijd had kunnen doorgaan) inclusief wijn zo´n 10 euro. Het avondeten van gisteren in een echte Argentijnse ´parrilla´ (soort grilltent, maar dan culinairder, met mals Argentijns vlees) rekende zo´n 12 euro (wederom inclusief drank). Ik begin zelfs de wijn naast het malse vlees te waarderen. Als je van impressionistische kunst en rode wijn gaat houden, is dat misschien een teken dat je een intellectueel aan het worden bent.
Ik kwam hier op Goede Vrijdag aan en dat betekende dat veel winkels dicht waren (waar ik vandaag en morgen ivm Pasen ook nog wel last van zal hebben). Toch heb ik die dag de wijk San Telmo een beetje verkend met antiekwinkeltjes en tango´s. Om de tijd tot het eten te overbruggen (Argentijnen hebben pas om 21u30 avondeten) ging ik een lokale bar en daar ontmoette ik uiteindelijk Jorge en Leandro, waar ik de rest van de avond mee heb gehangen. We wilden nog door naar de club (die beginnen logischerwijs pas om 02u00), maar zowel ik als mijn nieuwe kennissen trokken dat niet meer. Na een nachtvlucht wilde ik nu maar eens flink gaan slapen.
De volgende dag ben ik met een Amerikaan uit Colorado die ik net bij het ontbijt had ontmoet naar het noorden van het centrum getrokken om wat musea te bekijken. Zo kwamen we op het kerkhof van Recoleta, een enorm kerkhof waar iedereen ligt die enigszins belangrijk is geweest. Daarna hebben we ook nog het ´schone kunsten´museum en het moderne kunstmuseum bezocht (al haakte de Amerikaan op een gegeven moment af). Terug in het hostel ging ik uit eten met een paar mensen die ik net ontmoet had in een parilla.
Na het eten ben ik maar even twee uurtjes gaan liggen om scherp te zijn voor mijn excursie naar de disco Pacha. Uiteindelijk zijn we daar tot een uur of zeven gebleven (het was er rond die tijd nog steeds stampdruk, want de Argentijnen beginnen laat, maar ze gaan ook tot laat door).
Het is wel een beetje een verademing om wet ietwat bekender volk te praten. Ik kwam zelfs een toffe Albertiaan tegen die in zijn eentje zonder kennis van Spaans besloten had om 7 weken door Argentinië heen te trekken. Hij is er nu bijna klaar mee en adviseerde me vooral langs Bolivia te gaan. Het is een verleidelijk plan, maar waarschijnlijk faalt het plan door tijdgebrek. Ik denk dat ik woensdag doorga naar de watervallen van Iguazú, naar Salta en dan langzaam terug naar Buenos Aires.
Dat geeft me nog enkele dagen in deze geweldige stad. Ik denk dat ik me hier wel kan vermaken. Hard uitgaan zoals gisteren zal ik denk ik niet meer doen, uiteindelijk is die ervaring niet echt anders dan in Nederland. Ik ga zometeen met een excursie naar een wedstrijd van de Boca Juniors mee. Dat schijnt legendarisch te zijn. Ik ben benieuwd.

donderdag 20 maart 2008

Houstons laatste dagen

Hallo allemaal,

Over iets van 7 uur stap ik in het vliegtuig naar Buenos Aires en laat ik Texas achter mij. En om de waarheid te zeggen, ben ik best blij dat ik deze plaats na twee weken achter me mag laten. Er is namelijk te weinig te doen om een omvangrijk verblijf te rechtvaardigen en daar komt nog bij dat ik na verloop van tijd me ook steeds meer ga ergeren aan de Texaanse mentaliteit (die ik weliswaar zelf de hele tijd heb opgezocht, maar toch). Ik houd wel van een beetje vertrouwen in de eigen levenswijze en wereldbeelden, maar het lijkt hier vooral gepaard te gaan met gebrek aan bescheidenheid en zelfinzicht. Ik denk af en toe aan rebelse maatschappijkritische Amerikaanse schrijvers, muzikanten en kunstenaars. Hun aanklachten zijn in Europa beter waarschijnlijk bekend dan hier en dat geeft aan dat de meeste Amerikanen helemaal niet geconfronteerd willen worden met eventueel mindere kanten van zichzelf.
Door mijn verzet tegen dit Amerika voel ik me nu plotseling weer helemaal Europeaan. Amerika is gewoon niet mijn land. (Waarschijnlijk zal ik New York heel anders dan Texas ervaren.)
Om een samenvatting te geven van de afgelopen dagen. Toen ik nog een auto had, ben ik naar het George Bush Museum geweest en geleerd over het feilloze leven van de vader van de huidige president. Hij werd als zo'n ideale Amerikaanse held gepresenteerd dat ik er een beetje afkeer van kreeg. De preek van zondag in de buurt van College Station ging gepaard met zang en dans en ging over het verschil tussen het 'spectacular' en het 'supernatural'. Erg retorisch meeslepend, en ik werd heen en weer geslingerd tussen bewondering en afkeer. (Natuurlijk liet ik van mijn afkeer niets blijken, ik bleef wel beleefd.)
Maandag moest ik mijn auto inleveren en sindsdien verbleef ik in de YMCA in het centrum van de stad. Maandag was St. Patrick's Day en dus heb ik een Ierse kroeg opgezocht. Rond 4 uur 's middags ontmoette ik ene Hal. Samen met hem en zijn vrienden ben ik tot half 1 's nachts van bar tot bar getrokken. (St. Patrick's Day is hier nogal een groot ding.)
Dinsdagmiddag heb ik Xin ontmoet, een vriendin van een vriendin van mijn zus. We zijn naar het NASA Space Center gegaan en daarna zijn we terechtgekomen in Rice Village, een wat hipper gedeelte van Houston. Het was erg gezellig.
Gisteren ben ik toch maar weer naar de rodeo gegaan (ik had nummers van zowel Hal als een kerel die ik in College Station had ontmoet, maar ze namen beiden niet op). De rodeo was vermakelijk, maar daar heb ik weinig nieuws over te zeggen. Het optreden werd gisteren verzorgd door Fergie (je weet wel, van de Black Eyed Peas). Het optreden kwam wat moeilijk op gang en minpunten waren wel de matige balans tussen instrumenten, het gebrek aan choreografie en de lange omkleedpauzes die Fergie nodig had. Hoogte- dan wel dieptepunt was toen ze kort na elkaar haar tekst van alle Black Eyed Peas hits ging zingen en dat het zo pijnlijk duidelijk werd dat haar rol in de Black Eyed Peas eigenlijk best klein was. Zo goed als alles was trouwens wel live gezongen en dat deed ze best aardig. De aflsuiting van het optreden was echter wel ontzettend goed.
Dat is het weer. Foto´s staan weer op: http://www.flickr.com/photos/24514876@N04/ (met een sneak preview naar Buenos Aires)

vrijdag 14 maart 2008

Small town Texas

Ik heb heel wat meer gezien sinds de vorige keer. Laat ik beginnen met mijn kennismaking met vier pilaren van de Amerikaanse samenleving:

1. Kerkbezoek. Ik heb afgelopen zondag drie kerken bezocht in Houston. De Presbyterian (de meest belangrijke kerk voor de geschiedenis van Amerika: Calvinistische democratische puriteinen) waren vrij saai en wat je zo ongeveer van een Nederlandse kerkdienst zou verwachten. De baptisten waren iets enthousiaster en probeerden het publiek er meer in te betrekken. De predikant was een all american kerel die vol begeestering predikte (vol verzet tegen het hedendaagse materialisme. Credo: satisfaction doesn't come outside-in, it doesn't come inside-out, it comes top-down. Interessant verhaal, maar hij laat mijns inziens een paar steken vallen.) De Spaanstalige katholieke mis was niet zo druk bezocht en ik had moeite alles te volgen. De baptisten winnen dit gevecht, ook waren ze bijzonder vriendelijk en gastvrij.
Kerkdiensten zijn prachtig om bij te wonen. Ze laten het geloof op zijn mooiste kant zien en je moet een scherp oog hebben om in te zien waar de tekortkomingen van het geloof geimpliceerd worden. Maar ik heb nu noch de tijd noch de ambitie om hier een uitgebreid verhaal van te maken.
2. Wal Mart. Ook dit was een verbazingwekkend goede ervaring. Van alle kanten was ik hiervoor gewaarschuwd: zelfs in Amerika is er enige weerstand tegen het winkelen bij de Wal Mart, omdat ze de grote corporations zijn en hun medewerkers uitbuiten. Aangezien het niet mijn land is, kan dat me iets minder schelen. Tot nog toe is de Wal Mart de enige plek geweest waar ik gewoon simpelweg brood kon kopen. Bakkers hebben ze hier niet, en Wal Mart-achtige winkels zijn het enige wat op supermarkten lijkt. De meeste mensen doen hun boodschappen hier namelijk bij het bezinestation, discountwinkels of de drogist. Alle drie hebben ze wel een beetje assortiment voedsel, maar ze schieten ernstig tekort in de categorie vers eten, zoals brood en groenten. Amerikanen vinden het gemis aan vers voedsel blijkbaar niet zo belangrijk (ze eten hier immers vet, zelden thuis en het liefst zonder groenten.) In vergelijking hiermee is de Wal Mart een oase, je kunt hier dingen krijgen die ik nog nergens anders heb kunnen vinden.
3. Auto's. Wederom een lofzang. Het kost een paar centen om een auto te huren, maar ik houd direct van autorijden in Amerika. Op de een of de andere manier vervalt een groot deel van mijn weestand van nu ik over de autowegen rijd.
4. Conservatieve talkradio. Zodra ik wegreed, ben ik op zoek gegaan naar dit vreemde soort radiozenders. Ik hoefde niet ver te zoeken: talkradio is overal. Het werkt volgens het volgende concept: de talkshowhost neemt een stelling in (zoals bijv. de gouveneur van New York moet opstappen, de media zijn erg links en dat resoneert in hun berichtgeving, de staat Oregon is gek dat ze speciale rebates aan de allerarmsten geeft, Harvard mag niet van mannen eisen dat ze op bepaalde uren niet in de gymzaal mogen komen, Bill Clinton is een verkrachter, het valt wel mee met die hoge olieprijzen, dat soort dingen) en roept dan luisteraars op om te reageren. Deze komen in de uitzending en gaan dan in discussie met de talkshost. Deze host heeft natuurlijk een retotisch veel sterkere positie en wint dus doorgaans, of (wat nog veel vaker gebeurt) de luisteraar gaat over in een lofzang op de talkshowhost. Het is erg vermakelijk en erg verrijkend om naar deze programma's te luisteren. De meeste hosts zijn erg kortzichtig, maar niet minder kortzichtig dan veel linkse collumnisten en zelfbenoemde intellectuelen in Nederland. Je leert er het land veel beter door te begrijpen.

Het tweede deel van mijn post, dan. Wat heb ik de afgelopen dagen gedaan?
Zondag: naar veel kerken gegaan en vervolgens in het park wat zitten lezen.
Maandag: auto gehuurd, Wal Mart, eerste ervaring met een motel (na een paar dagen in een hostel, was dit een enorm fijn en ongekende luxe)
Dinsdag kwam ik uiteindelijk terecht in San Marcos, een studentenstadje. Ik heb genoten van het weer en ben twee dagen er gebleven (helaas een beetje verbrand op de tweede dag). Studenten staan eigenlijk nog dicht bij mij in belevingswereld en daarom was het fijn communiceren met ze. 's Avonds de kroeg in gegaan (niet gedronken, ik moest nog terug naar het motel gaan) en een goede tijd met ze gehad.
Donderdag ben ik naar Bandera gegaan (cowboy capital of the world) en daar een typische cowboy-achtige small town gezien, een beetje aangedikt voor de toeristen natuurlijk. In de openbare bibliotheek heb ik wat gelezen over de geschiedenis van Texas, razend interessant. Het gaat te ver om het allemaal uit de doeken te doen, maar de Mexicanen hebben het gebied op een nogal knullige manier verloren (ze konden niet omgaan met de vele Indianen en lieten daarom grote hoeveelheden Amerikaanse kolonisten op gunstige voorwaarden binnen, die natuurlijk helemaal geen binding met de Mexicaanse staat hadden en uiteindelijk ook in opstand kwamen.) Op een achterafveldje heb ik een baseballtraining voor erg jonge jochies geobserveerd. Alhoewel ik de motels kon betalen, koos ik ervoor om ergens onder een boom de auto neer te zetten en op de achterbank te slapen. Het was minder erg dan ik had gedacht en dat moest ik toch meegemaakt hebben.
Trouwens het gebieden ten oosten van San Antonio-San Marcos-Austin is prachtig heuvelachtig landschap, bekend als Hill Country. 's Morgens heerste er de afgelopen twee dagen de mist om vervolgens snikheet te worden.
Vandaag (vrijdag) ben ik bij het ochtendgloren richting Fredericksburg vertrokken, een ander typische small town, dit keer met een Duitse erfenis. Mooi om de Duitse architectuur met de lokale omgeving te zien blenden. Waarschijnlijk het mooiste stukje Texas wat ik heb gezien.
Met tegenzin ben ik daarna naar Austin gereden. Alle jonge mensen drongen er bij mij op aan dat ik toch echt naar Austin moest gaan. Daar ben ik nu, in een lokaal cafe met internet. Er is een groot festival hier aan de hand, dus er is overal muziek en hippie-achtig volk. Austin lijkt daarom niet zo heel veel op het Amerika dat ik hoop te ontdekken, maar meer op wat ik al uit Europa ken. Het is hier trouwens best mooi en gezellig, hoor, daar niet van. Ik denk dat ik hier nog een paar uurtjes rondhang en dan weer een of andere snelweg neem en ergens een hotel opzoek. Maar wie weet, misschien verzin ik nog iets anders.
Omdat ik mijn kabeltje in de auto heb laten liggen, kan ik op het moment even geen foto's uploaden. Jullie zullen het met het geschreven verhaal moeten doen.

zondag 9 maart 2008

Houston, Texas

De eerste stop van mijn reis is Houston en daar is dus echt helemaal niks te beleven. Ik blijf er gelukkig slechts voor vijf dagen. Daarna ga ik een auto huren en verder de staat in. (Terwijl ik dit typ, ben ik trouwens behoorlijk moe, dus vergeef me als mijn zinnen niet de mooie stukjes retorica worden die mensen van mij gewend zijn.)
De eerste dagen heb ik dus niet zo heel veel bijzonders gedaan. Ik verblijf in een ietwat teleurstellende jeugdherberg. Deze zit vol met familie van de eigenaar (die er ook nog eens allemaal werkt) en een paar echte gasten. Ik wilde er eigenlijk al snel weg, maar ik blijf er door omstandigheden nu tot aan maandag.
Wat heb ik allemaal gedaan tot nu toe? Ik heb vergeefs gezocht naar winkels in het centrum van Houston. Gisteren heb ik een hele dag doorgebracht in het museum van Houston (zonder ook maar een cent te betalen). Ik was daar heengegaan met een wat nerderig meisje uit Austin dat ik van de jeugdherberg ken. 's Avonds zijn we daarna naar een bar gegaan (die trouwens ook heel spaarzaam zijn hier). Vandaag ben ik naar een grote rodeo- en livestockshow geweest. Amerikaanser dan dat kan je het niet krijgen.
Observaties over Amerikanen tot nu toe:
- de Amerikanen houden ontzettend veel van hun auto. Toen ik op de bus moest wachten ben ik eens gaan tellen. Net iets minder dan 50% van de auto's zijn SUV's (je weet wel, van die grote pickuptrucks), meestal met 1 persoon erin. En zo'n 80% van de auto's ziet eruit alsof ze vandaag nog gewassen zijn. Soms zie je ontzettend pauperige huizen met daarvoor een prachtige auto. De auto is het eerste waar mensen in investeren: het is een eerste levensbehoefte. Als gevolg daarvan is het openbaar vervoer alleen voor de allerlaagste klassen. Ik moest op het vliegveld heel lang op de bus wachten en deze zat daarna ook nog eens compleet vol met minderheden. Ook voetgangers zijn ontzettend zeldzaam.
- alles wat gezegd wordt over Amerikaans voedsel is waar. Het is hartstikke vet en je krijgt veel te veel. Als je een goed avondmaal wil: bestel een gerecht onder het kopje 'appetizers': daar heb je meer dan genoeg aan. En inderdaad: er lopen hier best veel ontzettend dikke mensen rond.

Dat is het wel voor vandaag. Er staan wat foto's ophttp://www.flickr.com/photos/24514876@N04/(er is niet zo heel veel interessants te zien, behalve wat foto's van het overigens vermakelijke grote cowboyevenement). Morgen ga ik kerkhoppen. En natuurlijk kom ik langs de belangrijkste van allemaal: Baptist church, de typisch Amerikaanse enthousiaste geloofsvariant. Ergens volgende week hoop ik ook een Walmart te bezoeken.