dinsdag 10 juni 2008

China: het eindoordeel

Het staat buiten kijf dat van alle landen die ik heb aangedaan China cultureel het verst verwijderd van ons is. Het is daarom ook geen gemakkelijke taak alle draden proberen te verengingen en zo vlak voor mijn terugkeer naar Nederland met een eindoordeel te komen.
Een ding wat opvalt, is dat voor de Chinezen het onderscheid tussen het echte en het gesimuleerde geen rol lijkt te spelen. Op markten worden op grote schaal dingen verkocht die iets anders moeten voorstellen dan ze daadwerkelijk zijn (nep-iPods en dergelijke). De observeerbare verschillen worden zo klein mogelijk gehouden: het idee lijkt te zijn dat als de verschillen verdwijnen, de kopie in feite net zo goed is als het origineel. De Westerling kan vervolgens cynisch constateren dat een gelijke uiterlijk nog zeker geen garantie is dat de interne mechaniek van de nep-iPods ook maar enigszins lijkt op het origineel. De Westerlingen leren uiterlijk te zien als een bedriegelijk iets: er is altijd het gevaar van de illusie.
De musea zijn hier gevuld met replica's. Dat wordt er wel steevast bij vermeld, maar enkel voor de westerse bezoekers: het lijkt de Chinezen nauwelijks te interesseren of het ding origineel is. En de Chineze obsessie met het publieke imago komt in feite op hetzelfde neer: wat andere mensen van je denken bepaalt wie of wat jij bent. Een Westers persoon zou zeggen dat imago bedriegelijk is en hetgene wat écht belangrijk is, is de persoon achter dit imago schuilgaat. In de Chineze cultuur slaat dit bezwaar niet echt ergens op. Ze zijn niet bang voor het gevaar van de illusie. Voor hen ligt er geen diepere waarheid achter de verschijnselen.
Het onderscheid tussen het publieke en het privédomein lijkt daarom hier ook niet te bestaan. Het publieke imago bepaalt wat iemand is en deze rol moet iemand zowel thuis als in de openbaarheid vervullen. De Chinezen spugen op straat, ze stormen over straat alsof deze van hen is en de restaurants gooien bierdopjes gewoon de straat in. De Chinezen gedragen zich op straat altijd alsof ze thuis zijn. Thuis gedragen ze zich altijd alsof ze in de openbaarheid zijn. Voor hen is er geen onderscheid tussen beiden.
Onder deze omstandigheden hebben de Chinezen ook een vloeibaardere conceptie van waarheid. Waar de samenleving overeenstemming over bereikt, is de waarheid. In het Westen vertelt de samenleving je zelden wat je geacht wordt te denken over morele kwesties. Bij ons leren wij onze burgers slecht kennis, de waarheid. Dat doen wij in de opvoeding, overheidscampagnes en dingen als musea. Wij laten de burgers vrij in de persoonlijke betekenis van dit soort dingen, de subjectieve invulling. In China wordt deze persoonlijke betekenis op dezelfde manier overgedragen. Voortdurend wordt de bevolking verteld hoe zij zich geacht worden te gedragen. Dit is niet alleen een kwestie van de overheid: de Chinezen zelf doen hier actief aan mee. Voor hen bestaat er geen onderscheid tussen het objectieve gedeelte (kennis, verspreid in de publieke sfeer) en het subejctieve gedeelte (karaktervorming, wat gebeurd in de privésfeer).
In veel van mijn filosofische training ging het erom hoe Westerse concepties als subjectief-objectief, publiek-privé en origineel-kopie historisch gegroeid en enigszins arbitrair zijn. Maar met deze indelingen hangt ook een Westerse conceptie van het liberale vrije individu samen. In China lijkt zo'n individu niet te bestaan, niet in de publieke verbeelding althans, en is er eerder sprake van een soort 'massamens'. Het is daarom dat ik enigszins angstig ben dat het Chineze wereldbeeld, met de toegenomen economische kracht, ook een grotere stempel op de wereld gaat drukken. De druk om te conformeren zal toenemen, creativiteit zal minder gewaardeerd worden en democratie zal leiden onder een verlies aan ruimte voor het publieke debat.
Er is echter hoop: in een wereldstad als Shanghai lijkt China zich de Westerse kant op te ontwikkelen. Op straat zag ik zelfs een Chineze gothic, individualistischer kan het haast niet worden. Maar het is lastig om Shanghai te beoordelen: het is namelijk een stad die ook graag Westers wil zijn. In hoeverre is de ontwikkeling in Shanghai een logisch gevolg van processen als welvaart en urbanisering en in hoeverre komt het voort uit het verlangen van Shanghai om 'hip' en 'niet zoals de rest van China' te zijn? Aan de ene kant ben ik geneigd te denken dat alleen creatieve zelfdenkende individuen in staat zijn het kwalitatief hoogwaardigste werk af te leveren. Aan de andere kant is het al te gemakkelijk de eigen manier te veralgemeniseren als de enige juiste en andere ontwikkelingen als abnormaal af te schilderen. En mijn voorkeur voor de Europese manier is deels gebaseerd op mijn intuïtieve chauvinisme: mijn voorkeur voor het bekende. Om het toekomstbeeld dat China representeert werkelijk te kunnen beoordelen, zal ik niet alleen moeten begrijpen wat er in de Chineze cultuur ontbreekt, maar ook wat er dan wel in de Chineze cultuur aanwezig is. En ik heb veels te weinig van China gezien om daar een oordeel over te vellen.

Geen opmerkingen: