vrijdag 6 juni 2008

China op zoek naar beschaving

De kwestie of Chinezen goede manieren hebben verdeelt veel reizigers. Aan de ene kant spuugt de lokale bevolking hier op straat, ze duwen iedereen opzij om een zitplaats in de metro te bemachtigen en ze doen niet aan westerse conventies zoals wachtrijen (iedereen is aan de beurt, wanneer hij vindt dat hij aan de beurt is), verkeersregels (groene lichten zijn niet meer dan een indicatie van het moment waarop je zou kunnen proberen over te steken) of verontschuldigingen (mijn Chineze taalgids spreekt er niet over: als de lokale bevolking het niet doet, waarom zou je het dan als westerling wel doen?). Er is dan ook een constante storm van overheidscampagnes om het volk meer beschaving bij te brengen. Onwillekeurig vraag je je af of Mao's Culturele Revolutie, waarin afgerekend werd met alles wat maar elitair zou kunnen zijn, misschien niet ook een aanval op vormen van fatsoenlijk meelevend gedrag was.
Aan de andere kant is criminaliteit nagenoeg onzichtbaar. Veel publieke voorzieningen zouden gemakkelijk te jatten moeten zijn, toch gebeurt dat niet. Bewakers zijn zelden gewapend. En voor reizigers is China een behoorlijk veilig land. Daarnaast hoor je verhalen van de extreme beleefdheid van de mensen. Zelfs als ze je niets willen verkopen zijn ze maar al te bereid zich in je te verdiepen en als je de weg vraagt, brengen ze je naar de plaats.
"Dat komt omdat jij een Westers uiterlijk hebt," vertelt een naar China ge-emigreerde Taiwanees mij in de trein. "Als ik de weg vraag, zeggen ze gewoon dat ze het niet weten en lopen ze weg." En de criminaliteit blijkt wel degelijk te bestaan. Bij grote publieke plaatsen zijn camera's overal en op diefstal of geweld wordt direct en meedogenloos gereageerd. Dat reizigers veilig zijn, hangt meer samen met de draconische straffen op misdaden tegen buitenlanders. Zo probeert China een positief beeld in het buitenland te krijgen.
Deze obsessie met het beeld dat ze naar buiten uitstralen, keert terug in de musea. Beschrijvingen eindigen steevast met frases als 'hoe geweldig is het wel niet', 'het is een werk van de hoogste genialiteit en vakmanschap ter wereld' of zelfs 'bezoekers zijn altijd diep onder de indruk' (alsof de bezoeker daar zelf niks over te zeggen heeft). Waar komt die Chineze obsessie met het publieke imago vandaan?
"Het kan wel zijn dat China een enorme economische ontwikkeling doormaakt", vertelt de Taiwanees, "maar het overgrote gedeelte van de bevolking leeft nog gewoon in armoede, iets waar ook de partijbaronnen zich voor schamen. Qua levensstandaard worden ze vernederd door omringende landen als Zuid-Korea en Japan. Al met al is er niet zo veel waar China trots op kan zijn, anders dan jullie Europese landen. Ze zoeken daarom wanhopig naar iets om hun gevoel van eigenwaarde op te baseren." Helemaal overtuigd ben ik niet. Het is niet het hele verhaal, maar het heeft er zeer zeker wel mee te maken.

1 opmerking:

Theo zei

Oostbloklanden moeten nu eenmaal overcompenseren. Het IJzeren Gordijn vertroebeld hun wereldbeeld :-)