donderdag 24 april 2008

De Inca-jungle in

Na mijn aankomst in Cuzco merkte ik dat ik een beetje uit het reisritme was gevallen, dus besloot ik maar eens iets heel anders te doen om er weer in terug te komen. Ik heb me opgegeven voor een vierdaagse trek door de jungle met als eindpunt Machu Picchu, de oude Incastad in de bergen en onlangs verkozen tot één van de nieuwe zeven wereldwonderen. Ik heb helemaal niet zo veel met natuur en normaal gesproken zou ik mezelf zeker niet zomaar vier dagen zwetend gaan wandelen door een natuurgebied gaan wandelen. Daarvoor hecht ik te veel om mijn persoonlijke hygiëne. Maar ik had ook weinig zin om nog een paar dagen alle opdringerige verkopers in Cuzco van me af te slaan. De sleur moest doorbroken worden.
De eerste dag begon direct goed met 72 kilometer afdaling op de fiets. Helaas zorgden de regenachtige weersomstandigheden ervoor dat iedereen volledig onder de modder aankwam. Tot op de dag vandaag ruiken een aantal kledingstukken van mij nog naar modder, iets wat vergeten herinneringen aan kleine agrarische baantjes uit het begin van mijn tienerjaren oproept. Ondanks dat loop ik liever in schone kleding.
Dag twee en drie bestonden beiden uit lange stukken door de bergen en jungle heen trekken. Dat was een zware aanslag op mijn voeten, maar op de een of de andere manier heb ik me er doorheen weten te slaan. In die twee dagen heb ik oude Incapaden afgelegd, langs en over rivieren getrokken, vers fruit uit de jungle gegeten en heel veel surrealistisch hoge bergen gezien. De foto's staan inmiddels online, volg de link rechts. Ondertussen hebben we het ook gezellig gehad met onze groep. Zo zijn we op dinsdagavond (dag 2) naar een lokale bar gegaan met een beschamend slechte dj. Toch hebben we (en met we bedoel ik vooral ik) flink gedanst. Ik heb nog proberen uit te leggen aan iemand van mijn groep dat je je enthousiasme waarmee je danst bewust moet doseren om invloed te houden op 1) de dj 2) de mensen om je heen en 3) jezelf.
Dag 4 begon verschrikkelijk vroeg met de klim naar Machu Picchu. De klim was een uur lang alleen maar omhoog en na afloop was ik doodop. Na de rondleiding in Machu Picchu had ik echter genoeg puf om de nabijgelegen berg ook te beklimmen om zo een beter uitzicht te krijgen. Al met al was Machu Picchu best mooi en het is goed daar een keer te zijn geweest. Wat echter indrukwekkender was, is het besef van hoe vreemd de Incawereld wel niet was. Waar voor alle andere beschavingen berglandschap een barriere was, waren de bergen voor de Inca´s een natuurlijke habitat. Omdat hun rijk zo dichtbij de evenaar lag, waren alleen wat hoger gelegen gebieden geschikt voor landbouw. De kuststreek in het westen bestaat voornamelijk uit woestijn en de jungle in het oosten is zo ongecontroleerd dat zelfs de Inca's het niet onder controle konden brengen. Terwijl de rijke valleien rond Cuzco de graanschuur van het Incarijk vormden, werden de meeste steden wat hoger in de bergen gebouwd om zich te wapenen tegen ziekte, overstromingen en vijandige invallen. In de hoge bergen werden paden aangelegd om snelle communicatie en transport te garanderen in deze samenleving zonder schrift of paarden. (Toen de dragers een paar jaar terug een hardloopwedstrijd over de klassieke 'Inca trial' deden, deed de winnaar 3 uur 15 over het parcours waar toeristen doorgaans vier dagen over doen.)
Voor de Inca´s en de vele beschavingen voor hen (het Incarijk was slechts zo´n 100 jaar oud toen de Spanjaarden het aantroffen) bestond de wereld uit valleien die van alle kanten werden afgeschermd door bergen en de lucht werd met wolken afgedicht. Zij waren als het ware opgesloten in hun valleien. Vanuit een breder perspectief was de oceaan een natuurlijke barriere in het westen en de jungle in het oosten. Cuzco was zo het centrum van de wereld, het Incarijk was alles dat er was. De autoritair georganiseerde samenleving verschilt daarmee zo ontzettend van onze dat een nuttige vergelijking met onze maatschappij niet eens mogelijk is. Het doet me meer denken aan de oude beschavingen van Mesopotamië, zoals de Babyloniërs en de Asssyriërs.
Al die trots is vervlogen en de oorzaak ligt in Spanje. Pizarro en zijn conquistadors hebben vreselijk huisgehouden. Van het oude Cuzco is zo goed als niets meer over. De enige reden dat zoveel van Machu Picchu bewaard is gebleven is dat de Spanjaarden het niet konden vinden. (Als een stad vol adel en elite-eenheden was het ook helemaal niet de bedoeling dat gewone mensen of vijanden van het Incarijk van het bestaan van de stad afwisten.) Ook al zijn de Peruanen trots op het Incaverleden, toch wordt Pizarro hier geëerd. Je vraagt je toch af of het niet beter was geweest als de Inca´s de eerste honderden jaren te overleven en dan op in de negentiende eeuw op de manier van India, China of Japan te moderniseren. (Al was dat tamelijk lastig geweest, aangezien het Incarijk toch echt niet het organisatorische nivo van deze landen had.) We zullen het nooit weten. Nadat de Spanjaarden definitief gewonnen hadden, trok Manco Inca, de laatste heerser, met zijn meest trouwe mannen de jungle in. Volgens sommige mensen trokken zij naar een nog geheimere Incastad. Misschien leven zijn nazaten er nog steeds wel. Het is echter waarschijnlijker dat Manco Inca en zijn mannen in de weerbarstige jungle een zachte dood hebben gestorven, verloren in een wereld die niet meer van hen was.

Geen opmerkingen: