dinsdag 1 april 2008

De romantiek van het reizen

In Texas was ik gefascineerd door het idee dat midden in de negentiende eeuw Europese kolonisten alles achterlieten om in een onontgonnen gebied een nieuw leven te beginnen. Hun hele familie en vrienden zouden ze nooit meer zien en dat wisten ze. Het is slechts door hun ambitie dat ze de sprong durfden te wagen. Hier in Zuid-Amerika was het natuurlijk niet anders. De Spanjaarden (en ander volk) die sinds de zestiende eeuw de oceaan overstaken, begonnen ook aan iets totaal nieuws. En ook al hadden veel provinciebestuurders een vaag idee dat ze ooit zouden terugkeren, ze moeten geweten hebbben dat hun beslissing om te vertrekken hun leven zou vormen. De beslissingen zijn nu veel minder radicaal. Zelfs de enkeling die nog emigreert, krijgt volop gelegenheid om terug te keren of contact met het thuisfront te onderhouden.
Hoeveel van de wereld is nog onontdekt? Bar weinig. De grootse watervallen van Iguazú zijn gemakkelijk te bereiken en via bruggetjes kun je heel dichtbij komen. In Salta kun je met een kabelbaantje de grote berg op. Ook aan de andere kant van de berg staan gewoon huizen. Alles van waarde wordt razendsnel gekoloniseerd. Ergens voel ik nostalgie voor de dagen in het midden van de negentiende eeuw dat ontdekkingsreiziger H.M. Stanley het hart van Afrika introk op zoek naar het verhaal van een verdwenen missionaris. Als hij na een lange reis vol ontberingen en met weinig succes plotseling midden in de jungle een blanke tegenkomt kan hij enkel zeggen: ´Dr. Livingstone, I presume.´ Stanley had natuurlijk gelijk: het was immers ondenkbaar dat er midden in Afrika nog een blanke zou zijn. Bij het zien van een blanke wist hij dat het wel Livingstone moest zijn. Ver ver weg van huis ontmoet hij midden in de jungle een stukje thuis waar hij het het minst van alles zou verwachten.
Die dagen zijn voorbij. De moderne reiziger ontmoet overal bekende elementen en de kans op een onverwacht juweeltje is bijzonder klein, want alles is in kaart gebracht. Zelfs het contact met het thuisfront is makkelijk: alles is dichtbij.
Onontdekte gebieden bestaan daarom alleen nog in fictie. Begin twintigste werd Macchu Picchu ontdekt, de verborgen Inca-stad. Het inspireerde Hergé tot de mogelijkheid van een nog steeds bestaand ondergronds Incarijk, waar zijn creatie Kuifje natuurlijk mee in aanraking kwam. In een verhaal van Annie M.G. Schmidt ontmoet Pluk van de Pletteflet midden in het bos een kluizenaar, waarvan niemand wist dat hij bestond. Een echte kluizenaar kan zijn bestaan vrijwel onmogelijk geheim houden. Ik denk dat zelfs in de afgelegen Amazone het niet meer mogelijk is om onzichtbaar te leven. Mensen gaan er zo vaak op expeditie dat je je aanwezigheid met geen mogelijkheid geheim zou kunnen houden.
De hele wereld is dus omsloten en zichtbaar geworden. Wie niet de luxe heeft zoals ik op reis te gaan, kan op internet gewoon de foto´s bekijken, dat is toch bijna hetzelfde (dat meen ik overigens serieus: ´er-daadwerkelijk-zijn´ maakt de ervaring alleen intenser, maar het blijft dezelfde ervaring). De ironie is dat deze volledige zichtbaarheid van de wereld juist voortkomt uit de idealisering van het onbekende. Het romantische van reisverhalen inspireert mensen zelf ook nieuwe dingen te ontdekken en op deze manier ongewilde de romantiek van het onbekende verloren te laten gaan. En misschien is het eigenlijk helemaal zo slecht nog niet. Want de ontdekking van Dr. Livingstone, de Iguazúwatervallen of Macchu Picchu was uiteindelijk maar voorbehouden aan een klein aantal mensen. Massatoerisme geeft veel meer mensen de mogelijkheid een afgezwakte vorm van deze sensatie van ontdekking mee te maken. De voetgangersbruggen bij Iguazú maken het makkelijk de watervallen te zien, misschien wel te makken. Het gevolg is echter wel dat meer mensen ze van dichtbij kunnen meemaken: per saldo helpen de bruggen dus ´het grootste geluk voor het grootst aantal mensen´. (Heel soms hebben utilitaristen wel een beetje een punt.) Zo zou ik zelf niet graag zonder mijn reisgids willen reizen: de reisgids maakt de kans op een onverwachte ontdekking wel kleiner, maar ´op goed geluk´ reizen komt in de overgrote meerderheid van de keren neer op ´niets bijzonders gezien´. En die gevallen komen niet in de reisverhalen terecht.

3 opmerkingen:

Robert zei

Tijd voor een bemande expeditie naar Mars..

Anoniem zei

Het schijnt dat de bodems van de oceanen nog een groot raadsel zijn (hint). Je verhalen klinken exotisch, mooie impressies. Vooral op de grote steaks ben ik erg jaloers.
Groeten van Stefan

Anoniem zei

Dat doet me denken aan 'Whole of the moon' van The Waterboys:
'I wandered out in the world for years, you just stayed in your room.
I saw the crescent, you saw the whole of the moon'
Je maakt je eigen ervaring, ondanks al die andere mensen die hetzelfde zien :).